Zorg

Onder zorg (zorgbreed werken,zorgbreedte) verstaan we de inspanningen

die het team levert om met kwaliteitsonderwijs optimale ontwikkelingskansen te bieden aan alle leerlingen.

Zorg op klasniveau

De leerkracht tracht zijn klas uit te bouwen tot een krachtige leeromgeving

waarin elk kind ongeacht zijn leervermogen, zijn voorkennis, zijn sociale situatie of afkomst, aan zijn trekken komt.

Dat betekent dat elke leerkracht zicht probeert te krijgen op de ontwikkeling van zijn leerlingen

om hen vervolgens gericht te helpen en te geven wat ze nodig hebben.

Door te differentiëren probeert de leerkracht in te spelen op gewone zorgvragen,

wetende dat kinderen ontwikkelen volgens een eigen tempo en eigen ritme.

Zorg op schoolniveau

Wanneer een zorgbrede aanpak in de klas niet volstaat, dient de school haar zorg te verbreden.

Bij die kinderen waar de ontwikkeling anders verloopt dan normaal (trager, sneller) en

bij de leerlingen die dreigen kansen te missen, is extra zorg noodzakelijk.

Een zorgverbredende aanpak is overigens geen eenpersoonszaak,

maar een zorg voor het hele team. Het is ook een uitdaging voor het team om zich hierin voortdurend te professionaliseren.

Op school is er een zorgcoördinator. Deze heeft een veelvoud aan taken maar de voornaamste is toch wel zorg dragen voor

en begeleiden van de kinderen, de ouders en de leerkrachten.

Met het kindvolgsysteem wordt de ontwikkeling van onze kinderen in kaart gebracht.

In de lagere school is er een leerlingvolgsysteem voor wiskunde, spelling en technisch lezen.

Kinderen die zorgsignalen geven worden extra geobserveerd, gevolgd en begeleid.

Volgende soorten leerlingenbesprekingen tijdens een Multi-Disciplinair-Overleg (MDO) zijn mogelijk:

a. bespreking van alle leerlingen van een groep;

b. bespreking van leerlingen met problemen (op basis van gegevens uit het volgsysteem);

c. overgangsbesprekingen (om de overstap naar het volgend leerjaar voor te bereiden);

d. overgangsbesprekingen (om de overstap naar het secundair onderwijs te bespreken).

Op een MDO zijn aanwezig:

a. de klasleerkracht;

b. indien nodig andere leerkrachten die de leerling begeleiden;

c. de zorgcoördinator;

d. eventueel externe deskundigen (bijv. CLB, therapeuten, logopediste, begeleiding …);

e. eventueel de ouders;

f. eventueel de directeur.

De ouders worden geïnformeerd en betrokken bij de genomen initiatieven.